Mijn liefde voor kamerplanten stekken begon ooit in een plantenwinkel in Utrecht. De verkoopster weigerde om mij nog een Epipremnum aureum (drakenklimop, ook wel Scindapsus aureus genoemd) te verkopen, omdat deze kamerplant zo makkelijk te stekken is. Dus ging ik thuis aan de slag met het stekken in water en wat bleek: het kan bijna niet misgaan. De Epipremnum is de ultieme stekplant voor beginners.
Zo gemakkelijk als deze plant stekken is, zo ingewikkeld is zijn naam. De officiële benaming is Epipremnum, wat zoveel betekent als op (epi) stam (premnum). Die naam verwijst naar het klimmende karakter van de plant, maar in veel huiskamers zul je hem als hangplant tegenkomen. Om het nog ingewikkelder te maken is de Epipremnum nogal eens van naam veranderd en is hij ook bekend onder de naam Scindapsus.
In het kort
Een Epipremnum stekken is niet moeilijk. Simpel gezegd knip of snij je een stuk van de moederplant en zet deze in het water, zodat het stekje wortels kan krijgen. Er kan niet veel misgaan. Toch zijn er wel een aantal dingen waar je op kunt letten.
Hoe moet je een Epipremnum stekken?
Knip met een scherpe snoeischaar of scherp mes ongeveer tien tot twintig centimeter van de plant af. Je kunt gerust meerdere scheuten nemen, zodat je stekje direct wat groter is. Ik probeer altijd vlak achter een blad af te knippen, anders houdt de moederplant allemaal takken over met een kaal uiteinde.
De wortels komen niet uit het afgeknipte uiteinde, maar uit de luchtwortels. Soms zijn deze al wat groter, maar vaak is het niet meer dan een klein zwart bolletje op de stengel. Zorg dat deze goed onder water staan en dat het blad het wateroppervlak niet raakt.
En nu?
Zet je stekjes weg op een lichte, warme plek en vul regelmatig het water bij. Na ongeveer drie weken heeft de plant wortels van twee tot drie centimeter en kun je hem in de aarde zetten. C’est ça!
